Deze week voerde dokter Filip Vanrykel de 50ste robotgeassisteerde colorectale ingreep uit in het algemeen ziekenhuis St-Blasius. In de robotzaal van het ziekenhuis werd de pers getrakteerd op een demo en heel wat uitleg. Dendermonde mag trots zijn op ‘de kliniek’, die gerust toonaangevend en koploper binnen Vlaanderen mag genoemd worden. Maar voor alle duidelijkheid: het is nog steeds een dokter die opereert en niet de robot.
“Meten is weten”.
“Heel wat ziekenhuizen pakken groots uit, wanneer ze de eerste keer met een robot geopereerd hebben”, opent Filip Vanrykel zijn betoog. “Wij zijn nog steeds wetenschappers en moeten steeds eerst “weten” en dan pas “spreken”. We moeten eerst meten en dan kunnen we op basis van de cijfers conclusies trekken.”

© Luc De Donder
“Wij hebben dan ook gewacht om na 50 robotgeassisteerde ingrepen enkele op feiten gebaseerde conclusies te delen. Je mag ook niet vergeten, dat er een intensief opleidingsprogramma voorafgaat aan de eerste ingreep die je mag uitvoeren. Dendermonde mag prat gaan op dit ziekenhuis. Hier waren we voorloper in kijkoperaties en ook de eerste robotoperatie in 1997 gebeurde hier. We zijn met abdominale robotgeassisteerde ingrepen gestart in 2016. Daarna hebben we een pauze ingelast, want dat is een vrij dure technologie en je hebt een leercurve nodig. In 2019 is er dan ook dokter Van de Vrande bijgekomen voor obesitasheelkunde.”
Voordelen van robotgeassisteerde ingrepen?
“Na de corona lockdown is de vraag naar ingrepen fors gestegen”, gaat Vanrykel verder. “De voordelen zijn dan ook heel groot. In het klein bekken heb je erg weinig plaats om te werken. Daarvoor is de robot ideaal. Op de console beschikken we over een zeer stabiel 3D beeld, waar de arts volledig in controle over is. Daarnaast is het functionele resultaat na een ingreep veel beter. De patiënt heeft duidelijk minder last op seksueel, darm of blaas vlak. Zelfs in vergelijking met kijkoperaties, waar de pijn al minder is dan in vergelijking met vroeger, is het resultaat nog beter. We kunnen zeggen, dat de mensen quasi geen pijn meer hebben. Op een operatietafel is het voor de patiënt en de chirurg ook veel comfortabeler. De patiënt moet minder steil geplaatst worden en is dan ook minder misselijk.”

De patiënt herstelt ook sneller dan met de traditionele ingrepen. “De patiënten kunnen gemiddeld een dag sneller naar huis, terwijl ze ook sneller hun activiteiten thuis of op het werk kunnen hernemen”, licht Filip Vanrykel enkele cijfers toe. “Het is wel een dure technologie, waar het ziekenhuis grotendeels de kosten van draagt. Bovendien wordt de robot ook gebruikt voor gynaecologie, urologie en dus voor abdominale heelkunde. Toch blijft Blasius koploper op het vlak van ingrepen en specialismen.”
Dokter is wel niet een robot en omgekeerd ook niet.

Dokter van de Vrande, gespecialiseerd in heelkunde bij obesitas, geeft aan, dat we toch wel misverstanden moeten vermijden: “Soms denken patiënten echt dat het een robot is, die hen opereert. De operatie is dan wel robotgeassisteerd, maar de operatie blijft uitgevoerd worden door de chirurg zelf. In die obesitas chirurgie zijn wij toonaangevend in Vlaanderen. Op die manier kunnen we obesitas patiënten, die lijden aan een chronisch probleem echt helpen. Structureel voor dat soort operaties gebruiken wij de robot.”